Werkorder 34879,
I.S.M. aannemer:
Veranderen W.L. badkamer T.B.V. aanpassing.
Plaatsen opklapbaar douchestoeltje
Vervangen douchemengkraan voor een thermostaatkraan.

Opdrachtgever : Gemeente hierzo.

Ik had al gelijk door dat het om een invalidenbadkamer ging. De tegelzetter zou de drempel, gemaakt van natuursteen, van de betegelde douchebak veranderen en wellicht nog wat reparaties.
Wat wij, Paultje en ik, moesten doen, was de waterleiding op een hogere plaats aanbrengen. Onderlangs het plafond aanbrengen was de mooiste optie. Anders zou het wellicht mogenlijk zijn dat de invalide zich aan de hete warmwaterleiding zou kunnen bezeren.

Na wat koperen waterleiding uit het rek gepakt te hebben met wat fittingen er bij gingen wij via de groothandel, om kraan en zitting te halen, naar het opgegeven adres.

De metselaar/ tegelzetter was al begonnen met het nodige hak en breekwerk en al bijna klaar met het kreëren van stof. Samen hebben we de rommel even aangeveegd, in zakken gedaan en in zijn auto gezet.
Na een en ander doorgenomen en afgesproken te hebben vertrok de tegelzetter om de benodigde materialen voor herstel te halen en het afval in de afvalcontainer te storten, begonnen wij met ons werk. Eerst maar de kamerdeur geopend om de bewoners te vragenof er nog water nodig was voor koffie ofzo. Een uurtje of vier zou het duren was ons antwoord op de vraag voor hoelang er geen water zou zijn.

Na het verwijderen van de oude waterleiding en het boren van de gaatjes voor de nieuwe beugeltjes werden wij binnen gevraagd voor de koffie.

De man liep met een kruk wat moeilijk naar de keukentafel en keek beslist niet vrolijk, zijn vrouw had er vier kopjes koffie neergezet met de koektrommel in het midden.

Aan de muur een foto van een dijkhuisje met een oude auto en vier mensen ervoor, twee volwassenen en twee kinderen. "Is dat op de zuidendijk?" Vroeg ik omdat het huis mij ergens bekend voorkwam.
Je moet tenslotte ergens beginnen met praten, dit leek mij een mooie opening van een gesprek.
De man veerde wat op, ik merkte dat zijn aandacht was getrokken door het onderwerp huis en zuidendijk.
"Ja, daar hebben wij vierenveertig jaar gewoond, daar zijn onze kinderen geboren" vertelde de vrouw. "Dat is mijn dochter en die ander is onze zoon, die twee achter de kinderen zijn wij".
'"Ik heb daar ook gewoond, maar dan benedendijks" vertel ik. "ik ben er ook geboren, in de achterkamer".

Zo ging het gesprek verder via de melkboer de Bruin naar Teun, de olieboer, en via de kalkput naar kapper Jongepier van beneden aan de hol, door naar Korporaal de eier- en kaas-boer, de tweeling en nog veel meer bekends en bekenden.
"Ik kan jou mij niet herinneren hoor" zei de vrouw, " je bent net zo oud als onze dochter, ben je nooit bij ons thuis geweest?".
"Ik zou het niet meer weten" zei ik niet naar waarheid. Ik heb toen eens een hele fikse ruzie met dat verwaand nest gehad, als ik dat zou vertellen wist mevrouw het ook vast weer. Laat maar, zo dacht ik.

Bij het tweede kopje vroeg ik, Paultje is meest wat verlegen en stil, wat meneer mankeerde omdat hij met een kruk liep.
Verkeerde vraag, de stemming sloeg om, spanning was voelbaar.


"Kanker, darmkanker, nog een drie, vier maanden" Een traan welde op in de ogen van de vrouw waarop de man haar hand pakte en zachtjes wreef.
Een heel verhaal kwam er toen uit, een verhaal vol doktersbezoek, ziekenhuis en nog veel meer ellende waarbij de man somber voor zich uit naar buiten zat te staren.

Dan zijn twee loodgieters stil en luisteren. De koffiepauze liep wat uit.

Terug in de badkamer vroeg Paultje mij wat over het werk, zijn stem klonk wat verstikt en zijn gemoed zat ook aardig vol merkte ik aan zijn stem en stil gedrag. Het was voor het eerst dat hij zo iets meemaakte.   

Toen wij klaar waren en wij alle gereedschap weer in de auto gebracht hadden moest alleen de werkorder nog ingevuld worden en laten tekenen door de bewoners.
Ik ben zelf maar naar binnen gegaan, het leek mij niets voor mijn pupil om te doen. Even bedanken voor de koffie en... tja, hoe neem je afscheid!
Ik wist het ook niet hoe gedag te zeggen en vertelde dat ook: "Wij gaan weer, Ik weet niet hoe afscheid te nemen, ik weet niets te zeggen" Ik stak mijn hand uit waarop de man een flauwe glimlach tevoorschijn toverde, mijn hand greep, een schouderklopje gaf en zei "Het gaat je goed", zich toen omdraaide en weg liep.
Paultje wilde niets liever dan direct vertrekken maar toch ging hij even de kamer binnen. Hij bedankte de vrouw voor de koffie en zei tegen de man:" Tot ziens"

Met een rood hoofd zat hij naast mij in de auto. "Wat stom van mij, ik zeg ' tot ziens' maar er zal geen tot ziens zijn... denk ik, ...ik...wat..."
"Een gewone nederlandse groet, je bedoelde het goed dus trek het je niet aan, het gebaar alleen is al goed en wie weet...".

Soms wil ik hem wel eens een knuffel geven, sinds hij bij ons werkt is hij verandert, vooruit gegaan, weet van wanten, is achttien geworden, maar toch nog een kind.

Een best ventje, die Paul.

 

Reactie plaatsen

Reacties

cornelia
14 jaar geleden

Prettig leesbaar met gevoel geschreven. Een herkenbaar onderwerp.