Hoi, ik heet Joke, en ben  hond.
 
Mijn bazin verhuist deze week en dan, beweert ze, zou ik erg in de weg lopen en dus stuurde ze mij een weekje uit logeren.
 
                   Bij Maarten.
 
Ik had het best fijn, een honden leven want ik mocht veel buiten zijn in de tuin en werd veel uitgelaten. Een kuil graven in de tuin van de buren mocht niet, maar och, een hond kan ook niet alles willen.
Naast zijn kachel liggen mooie stokken die hij in de kachel stopt. Op een nacht heb ik heb eens geprobeerd een stok in duizend stukjes te knagen en warempel, het lukte! Hij vond het niet zo leuk geloof ik want hij mopperde dat het stokje niet was bedoelt als aanmaakhout. Nu heeft hij wel voldoende aanmaakhout, dank zij mij. 
 
Hij gaat veel van huis weg, met de auto, ik mag dan altijd mee. Dan gaan we naar het park en naar de rivier buiten de stad.
 
Hij is wel een beetje raar hoor, het lijkt of hij bang is van water. Laatst gingen we naar zijn bootje dat aan een steiger ligt een eind in de rivier. Loopt die rare gast over een loopbrug het steiger op terwijl het toch veel leuker is om het talud af te hollen en lekker door de modder het water in te plonsen.  Toen mocht ik niet meer aan boord komen, beetje flauw wel, maar ja, het is tenslotte ook maar een mens en daar kun je van alles van verwachten.
 
Toen hij daar klaar was stond hij bij zijn auto wat te mompelen, iets over vies en nattigheid. We zijn  een leuke wandeling gaan maken door het park en langs de rivier. Ik heb daar veel vrienden gemaakt, leuk kunnen spelen met een Retriever en nog een vlot en leuk harig hondje.

 Samen hebben we een kat weg gejaagd, lachen joh!
 
 Er zat daar ook een man met stokken aan de rivier onder een grote paraplu. Kst kst, riep hij  toen ik in het water stapte omdat ik dacht dat ie wel fijn met mij wilde spelen met die stokken. Maar nee hoor, toen dacht ik dat ie gezellig wou rennen met mij want hij kwam achter mij aan en riep een paar woorden die ik niet kende en toen ik aan een bak met raar eten dat op een steen gebonden zat snuffelde, begon hij dezelfde woorden  naar Maarten te roepen. Die wou wel spelen, die gooide wel een stok in het water, en ver joh!
 
Op de terugweg mocht ik niet meer het water in; ik moest even drogen. Dat vond ik ook niet erg want er was een hele leuke knul gekomen waarmee ik heerlijk in het hoge gras heb kunnen ravotten.
 
Toen we weer bij de auto waren had ik me daar toch een dorst! Gelukkig was er naast de weg een mooie modderplas waar ik even in kon liggen afkoelen en wat drinken.
Maarten noemde mij weer bij mijn koos naam, Pokke hond, net droog, vuillak en nog wat. Het klonk aardig dus ik gaf hem een lik en kwispelde, werkt altijd, zo van: Ik ook van jouw.
 
Hij roept, iIk moet eten, pens heeft hij beloofd.

                                                      Later,   Joke