De rits van Paultje

Vanmorgen na een bezoek aan het toilet krijgt Paultje, mijn hulpje, de rits van zijn gulp niet meer goed dicht. Een veiligheidsspeld, gekregen van het meisje op kantoor, brengt deels uitkomst.

 De derde werkorder van die dag vertelt ons dat er dringend een loodgieter gewenst is in een ons welbekende kerk vanwege een lekkende waterleiding.

We worden binnen gelaten door de schoonmaakster van de kosterij. Nadat wij de koster zelf gevonden hebben, uiteraard op zijn favoriete plekje bij de koffie in de keuken, worden wij door hem, zoals hij het noemt, naar ‘het kleine kamertje’ geleid. Je kunt het kamertje alleen binnenkomen via een deur die zich in een hoek van het schip bevindt.

Op een van de kerkbanken zie ik een ouder echtpaar zitten. Een meisje staat met foldertjes in haar hand een tekst te lezen die op een aan de muur gehangen paneel geschreven staat en een man met een korte broek aan en een sullig petje op zijn hoofd staat met zijn kamera in de hand het orgel te bewonderen. Plotseling rent Paul naar een rek met kaarsen en begint aan de kaarsen te trekken. De vierde kaars laat los. Met zijn gebogen rug naar ons toe, begint hij bewegingen te maken als of hij erge jeuk in het kruis heeft. Paul maakt er een zacht, kreunend geluid bij als van iemand die een inspanning verricht. Luid en duidelijk is hij hoorbaar in de verder doodstille kerk.

Het oudere echtpaar kijkt verwonderd met iets van afkeuring zijn kant uit en de man met het fototoestel staat hem met open mond ongegeneerd aan te staren. Paultje trekt zich niets aan van die starende ogen: hij springt, maakt vreemde bewegingen en ‘krabt’ zich in het kruis. Nieuwsgierig lopen de koster en ik naar hem toe en net als wij hem bereiken draait hij zich met een kreet van triomf en een brede lach op zijn gezicht om.
“Kijk, dat heeft Paultje dan toch maar weer geflikt.”
Verheugd toont hij ons zijn gesloten gulp. “Ik kwam de kerk binnen, zag die kaarsen en moest gelijk aan de juf van de lagere school denken. Die kwam met een kaarsje het laatje van je bank smeren als het moeilijk schoof. En zie, bij een rits werkt kaarsvet ook.”