Ik sta bij het tuinhek het bezoek uit te zwaaien.
Juist dan komt aan het eind van de straat een buurvrouw de hoek om gerend. Joggen noemen ze dat, een, in mijn ogen, grote onzin om je even in het zweet te rennen omdat het gezond is of voor 'de lijn' omdat je te dik zou zijn. En om dan bij terugkeer thuis moe neer te ploffen met een koele pils omdat je dat wel ‘verdiend’ hebt.
Van een afstandje roept ze mij al toe:
“Loop lekker mee Maarten, dat is goed voor je”, om mij tijdens het passeren, heel brutaal, even een klopje op mijn bescheiden buikje te geven.
“Nee buurvrouw, ik ren nooit, ik vertrek altijd op tijd” Ze lacht even en ik kijk het van mij weg rennende derrière van de buuf na en denk het mijne.