Schijt

                                                                          

Ik ben net thuis gekomen en stap net uit de auto als ik in de verte Tessa met Vlekkie, haar hondje, aan zie komen lopen. Tessa is zeven jaar en logeert bij opa en oma, ze laat haar hondje altijd zo rond een uur of vier ‘s middags uit.

Ik heb al kennis gemaakt met Vlekkie, een lief en vrolijk dier is het. Als ik wat lekkers voor hem heb dan krijgt hij een hapje van mij. Laatst was het worst van iets over de datum die hij zich, niet gestoord door enige kennis van kalenders, goed hoorbaar liet smaken. Met zijn staartje vertelde hij dat hij nog wel wat lustte.

Vanwege hoge nood liep het dier voor zijn bazinnetje uit; op weg naar het veldje. Toen hij mij zag staan versnelde hij zijn loop, zijn kop iets omlaag, een vriendelijke ‘grijns’, zijn tong tot bijna op straat en een staart die van links naar rechts zwiepte. Hij twijfelde, je zag hem denken: ‘Eerst worst of eerst naar het veld’. Na een korte aarzeling hurkte hij bij mijn boom in de tuin neer met de staart recht naar achter om te doen wat beslist moest.

Samen met Tessa liep ik vast naar achteren, naar de keuken, om de worst te halen. Een schel kefje deed ons omkijken. Nog steeds in de hurk houding met zijn staart recht naar achteren kwam Vlekkie in lichte paniek met dubbele nood achter ons aan geschoffeld.
Dubbele nood, hoe zal ik het anders kunnen noemen, hij moest wat moest EN worst halen. Het leven van een hond is soms toch zó moeilijk.
Na de worst staat hij nog even afwachtend te kijken of ik wellicht nog wat laat vallen; maar dan speert Vlekkie er weer vandoor met Tessa achter zich aan naar het veldje aan de vliet.

Gewapend met schep loop ik naar voren om een en ander op te ruimen. Twee drolletjes zag ik in het gras liggen, de derde net te laat…’Waarom zou ik hem nog worst geven’, dacht ik naar de zool van mijn schoen kijkend, ‘hij heeft gewoon schijt aan mij’.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.