Ids kan op school goed mee komen, geen van de lessen kost hem veel moeite. Rekenen en handvaardigheid zijn zijn favorieten, maar ook Nederlands vind hij leuk. Begrijpend lezen en schrijven gaat hem goed af ,jammer dat zijn 'R' het nog niet goed doet
Nu hij steeds meer geleerd heeft over ‘de Nederlandse taal’ let hij ook veel beter op en, zo als kinderen vaak doen, heeft hij ook ‘kinder grapjes’.
Op het postkantoor hangt een bordje: ‘Inlichtingen’.
’s Avonds thuis zit het ventje met een zaklampje in zijn mond te schijnen. Als zijn moeder vraagt wat hij aan het doen is verklaart hij dat hij zich aan het ‘inlichten’ is.
Met moeder en oma, de schoonmoeder van vader, loopt hij in het winkelcentrum langs een bord met als opschrift :
‘Veras uw moeder met een barbecue’.
Er stond nog meer, maar dit was wat Ids opviel.
De kleine man leest het hardop voor, heeft in de gaten wat niet goed is geschreven. Met ogen vol pret en met zijn welbekende heldere stem roept hij zijn oma en leest de tekst nog eens voor. Oma, die de grapjes van haar schoonzoon niet kan waarderen, schiet uit haar slof nu ook haar kleinzoon schoonmoeder grappen begint te maken en geeft Ids een uitbrander, zo in de trant van: ‘Niet leuk’.
Op het parkeerdek staan vele merken auto’s en op elke auto staat het merk wel vermeld. Ids leest op welke merken er staan. Bij sommige merken heeft hij moeite met de uitspraak, zo als: ‘Re-nau-L-t’ en ‘Peu-gé-ot’. Oma verbetert Ids geduldig: ”Dat zijn Franse auto’s en Peugeot spreek je uit als: 'Peu-zjo', Fransen spreken de’ T’ niet uit. 'Renault' spreek je uit als ‘Re-no’.
Oma heeft ook een zonnebril, een ‘Cartier’. Ze heeft hem eens op straat gevonden, splinter nieuw. In een hoesje. Bij oma is het zo dat als iets duur is is het ook goed. Ze loopt dan ook regelmatig met deze dure bril te pronken en is er zuinig op.
Op zekere dag is op het terras de bril van het tafeltje gevallen en is ze er boven op gaan staan. Bril stuk.
“Zonde, het was zo’n fijne bril, nu is ie kapot.”
Ids, met de wijze les van zijn oma nog goed in het geheugen vertelt oma wijsneuzerig:
“Het is niet kapot, oma, het is een F'anse b'il dus is hij ‘Kapo’.