Veel geluk 'Vriend'.

Een anderhalf jaar terug zijn we, Paul en ik, bij een kapotte kraan geroepen in een pand van de woningbouwvereniging. Wat we daar aantroffen had ik al eerder meegemaakt,  Paul niet.

De man die daar woonde was vuil, stonk als had hij zich twee maanden niet gewassen. Een woning vol met dozen, vuil meubilair en, in mijn ogen, veel rommel. Een bed dat zeker een jaar niet gewassen of zelfs gelucht was. Asbakken die overvol waren. Een aanrecht vol met servies  dat er aan de harige randjes te zien al een poosje stond. Nog net was het spoelbakje en de , lekkende, kraan te zien.

Paul had het niet breed, de stank was bijna te veel voor hem. Ik kon het hem niet kwalijk nemen. Op de vraag of we koffie wilden keek Paul mij met  angst in zijn ogen aan, zo van: 'Help!, je zegt geen ja!!' Dat hij geen koffie zou willen was bij mij ook al opgekomen omdat ik exact de zelfde gedachte had.

"Nee, dank u wel we hebben vandaag al zo veel koffie op. Soms krijg je niets en soms loop je te klotsen van de koffie of thee, vandaag is zo'n klots dag", antwoordde ik beleefd. De man keek wat verlegen, glimlachte wat flauwtjes en antwoordde mompelend dat dat wel fijn is want hij heeft niet kunnen afwassen omdat de kraan stuk is onderwijl een wijnfles met zijn voet onder de bank schuivend. Hij schaamde zich, dat was voor mij wel klaar.
De man zat duidelijk om een praatje verlegen en daarvoor was hij bij mij aan het goede adres. Ik ben altijd nieuwsgierig en om die nieuwsgierigheid te bevredigen luister ik veel.

Paul stuurde ik naar beneden met het verzoek de afsluiter in de waterleiding dicht te draaien en daar maar te wachten tot hij hem weer open kon draaien, het kon niet lang duren.

 Het duurde wel lang.

 Ik kreeg een verhaal te horen over een bedrijfje dat hij had en waarmee het niet zo goed ging. Een vrouw die meer uitgaf dan er binnen kwam en die er, omdat er minder geld kwam, er vandoor ging met een goede klant die een vlotte babbel had. Een scheiding was het gevolg, de kinderen mocht hij van ex niet zien, enzovoort enzovoort, heel verhaal.

Hij vertelde rustig, zonder kwaad in zijn stem en zonder overdrijven. Ik geloofde hem en had met hem te doen.

De meeste mensen zouden deze man veroordelen als zijnde een 'gewone' alcoholist. Zij beseffen niet hoe makkelijk iedereen in een soortgelijke situatie terecht kan komen. Ik praat mee. Ik heb ook twaalf uur per dag moeten werken met twee kinderen thuis om het hoofd boven te houden. Mijn ex was/is net als deze man zijn ex, slechts ikke ikke, de rest kan stikken, de kinderen incluis. De kinderen werden behoorlijk geraakt doordat hun telkens weer verteld werd hoe slecht papa wel niet was, en hoe ‘lief’ hun nieuwe papa. Deze verhalen zijn deprimerend voor de kinderen, het is altijd nog hun eigen papa die altijd hun papa zal blijven, de kinderen lijden het meest. Zoiets raakt je. Laat vooral de kinderen overal buiten en gebruik ze niet als ‘wapen’.
In zo’n situatie voel je je machteloos als er geen gesprek mogelijk is, Zo’n gebeurtenis drukt je dan in een hoek of zelfs in een diepe put waar je haast niet uit komt als het je emotioneel net te veel wordt.

Nadat de kraan gemaakt was maar de man nog niet uitverteld, hebben we samen ook nog 'even' de vaat gewassen, het aanrecht en kookplaat ook maar schoongemaakt. De man was duidelijk verlegen met de situatie, een luisterend en begrijpend oor, een gerepareerde kraan en een schone keuken.
"Even de schouders eronder dan is het zo klaar", zei hij met een lach toen we klaar waren. "Wilt u nu een kopje koffie?"
"Nee, nu moeten we echt snel verder", verklaarde ik naar waarheid.

We zijn toen uitgezwaaid, dat doen de meeste klanten niet. Aardige man.

 Ongeveer drie weken later  stond ik bij de kassa in de buurtsuper achter een toch wel verzorgde 'stoffige' man met een heel vaag oudzweet geurtje om zich heen. Het bleek dezelfde man maar dan een stuk netter en schoner. Zijn boodschappen: Een fles wijn, een pak melk en een half brood. Een beetje nerveus centen tellend stond hij op zijn beurt te wachten,. 'Die komt net te kort' dacht ik en ja, bij het afrekenen kwam hij een hele stuiver te kort.  De caissière schetterde direct met een flink volume door de winkel: "Chef, die vent is er weer!" en ze gaat luidop verder met commentaar leveren en deze man publiekelijk voor gek te zetten. Dat schoot bij mij helemaal verkeerd. "Meneer", zei ik hem op de schouder tikkend, "U laat uw geld vallen" en gaf hem tien euro.

De chef kwam en voordat de kassamiep haar mond kon openen begon ik tegen hem over het kwalijk gedrag van zijn personeel bij deze kassa. En wel: luid op. De kassamiep woest, de chef verlegen. Mijn dag was goed.

De man stond te wachten tot ik ook klaar was bij de kassa. "Kom ik u alweer tegen", zei hij bedeest en wilde mij het wisselgeld terug geven.
"Hou maar, koop maar wat voor op het brood, dan is het lekkerder”, gaf ik als reactie.

 Afgelopen zaterdag moest ik hier weer aan denken.

 Op de markt betaal je contant, dus even langs de flappentap vijftig euro tappen. Mijn pasje komt terug uit de automaat, ik steek het pasje weg en min of meer gedachteloos stap ik  opzij om de volgende in de rij te laten pinnen en wandel verder.
"Meneer, meneer, meneer de loodgieter!” Verbaast kijk ik om en zie een man die keurig in de kleren en netjes verzorgd uitziet achter mij aankomen.
“U vergeet uw geld”, riep hij onderwijl ijverig zwaaiend met met mijn flap van 50. €. 

Ik had hem werkelijk niet herkend, wat is deze man veranderd! Op mijn vraag hoe het met hem ging vertelde hij over hoe hij zich heeft weten op te werken en zijn leven weer op ‘de rails’ gekregen heeft.
“En”, vervolgd hij, “Dat heb ik aan u te danken.” Verbaasd kijk ik hem aan. Mijn verbazing spoorde  hem aan om verder te vertellen.
“Toen u bij mij was, weet u nog? toen, toen heeft u ook geholpen met het schoonmaken van mijn keuken. Dat vond ik heel leuk. Ik zei toen nog voor de grap: ‘Even de schouders er onder en klaar is het weer.’ Later bij de super kwam u weer voor mij op. U gaf mij moed, door u dacht ik bij mijzelf: ‘Doe iets, sta op en ga verder.’ Ik heb nu weer werk, bij de sociale werkplaats weliswaar, maar het is werk. Ik heb weer een ‘eigen’ huurhuisje en de kinderen komen nu regelmatig bij mij en de jongste wil bij mij komen wonen. Ik ben weer vader!”. De man staat werkelijk te stralen.

“Ik ben zo blij dat ik u weer tref”, kletst hij monter verder, “iemand die ‘weet’ en tegen wie ik kan en durf te vertellen en mij niet hoef te schamen. Ik beschouw u als een vriend. Hij pakt mijn hand in zijn beide handen en zegt: “Dank u wel.”
“Niet overdrijven hoor, zoveel heb ik nu ook weer niet gedaan, het is teveel eer voor mij. U hebt het toch zelf moeten doen en dat vind ik heel knap. Wel fijn dat ik heb kunnen helpen.” Geef ik welgemeend  en bescheiden terug. “Ik moet u bedanken voor het terug brengen van mijn geld.”

 “Papa” wordt er zachtjes geroepen. Twee kinderen, een jongen en een meisje van rond de twaalf jaar oud, zijn uit de speelgoedwinkel komen lopen en naast de man komen staan. “Ik moet gaan”, zegt de papa glunderend en laat eindelijk mijn hand los.

“Zijn jullie voorzichtig met je vader”, zeg ik tegen de beide kinderen, “Zuinig zijn, je hebt er maar een en hij is veel waard. Een fijne vent”"
Gedrieën  lopen ze weg, hand in hand. Zachtjes hoor ik het meisje vragen: “Wie is dat papa?”

 Lijkt mij lastig om uit te leggen.

 Veel geluk, Vriend.

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

cornelia
14 jaar geleden

Leuk, de barmhartige Samaritaan en het leven van zovelen.