Daar sta je dan

                        

Elf uur’s morgen betreden wij, mijn hulpje Paultje en ik, een kantoorpand van vier hoog. Er zou wat loos zijn met de spoelkraan in de keuken op de vierde.

Paultje is van nature wat verlegen maar vandaag moet hij  van mij het woord doen want ook dat moet hij leren tenslotte. Tot nu toe heeft hij het, na een aarzelende start, goed gedaan. Slechts hier en daar heb ik het woord even overgenomen omdat hij gewoon niet wist wat te zeggen of doen.

We stappen een grote hal binnen en lopen naar een grote balie met er achter twee dames.
Na een “Goede morgen”, over en weer gaat Paul verder:
“Wij komen voor een storing in de keuken op de vierde." Een vragende blik van een van de dames doet hem verder gaan nog voor de vraag uitgesproken kan worden:
“Wij zijn loodgieters."
“Oh fijn dat u er bent, en zo snel al”, is het verheugde antwoord van een van de dames.
“Ik zal meneer van de Velde even roepen, momentje.”
De telefoon wordt gepakt, een nummer ingetoetst.
Waarschijnlijk zat iemand gewoon te wachten tot de telefoon over zou gaan, want er wordt direct opgenomen.
Er wordt vertelt dat de loodgieter er is, even geluisterd waarna de hoorn weer op de haak gelegd word. “Meneer van de Velde komt er zo aan."

Hij kwam er niet zo aan, hij was er vrijwel direct.
Handen schuddend en elkaar even voorstellend lopen we naar de lift alwaar er een meisje zich bij ons voegt om de reis naar boven met ons te ondernemen. En zo als in Nederland gewoon is in een lift zegt niemand wat, ik kon ook zo gauw niets verzinnen.

Paultje echter, is een en al belangstelling voor het meisje dat er ietwat verlegen door werd en niets beters wist te doen dan naar de grond en naar haar fraai gelakte nagels te staren.
Op de vierde aangekomen stappen wij uit de lift en lopen een gang door. Dan zegt Paul ineens, meneer van de Velde aankijkend:
“Was dat een collega van U, dat meisje in de lift?” Waarop v/d Velde met ‘ja’ antwoord en Paul met een glimlach aankijkt.
Een korte stilte.

“goh.”

Na weer een korte stilte gaat Paul verder:
"U bent een boffert met zo een collega", onderwijl schuin naar mij kijkend, "Moet je eens kijken wat ze mij in mijn handen hebben gestopt."