Half om

Met mijn boodschappenlijstje in mijn hand loop ik het parkeerdak af het winkelcentrum in. Als ik via de rolband naar beneden ga word ik gezien door Ids, het vier jarig neefje van mijn collega Paul, die ook boodschappen doet met zijn vader en moeder.
“Maa'ten”, roept hij zo zacht dat iedereen in het centrum nu weet hoe ik heet, “Maa'ten, kijk.” Hij steekt zijn armpje omhoog om mij het stukje worst te laten zien dat hij bij de slager gekregen heeft. Hij is dol op worst, hij eet met minuscule hapjes om er maar zo lang mogelijk van te kunnen genieten.
“Ga jij ook naar de slage'”.
Zijn R doet het nog steeds niet goed.
Ik antwoord hem bevestigend, ”en naar de groenteman”, voeg ik er aan toe.
“Mag ik met jou?”
Ik heb de smulpaap wel door: hij hoopt op nog een stukje worst.
“Als het van pappa en mamma mag vind ik het goed, maar dat moet je zelf even vragen.“
Het mag. We spreken een plek af waar ik Ids weer terug kan geven.

“Hee, ben jij er ook weer”, zegt het meisje bij de slager, “jij was zoëven toch ook al hier?“ Verlegen knikt Ids ijverig van ja.
Ik bestel twee karbonades en besluit om ook gehakt te kopen.
“Rundergehakt?” vraagt het slagersmeisje.
“Doet u maar één kilo, halfom graag.”
“Halfom!” Ids schatert het uit, de term ‘halfom’ is blijkbaar nogal leuk. Hij trekt zachtjes aan mijn broek.
“Wat is halfom?”
“Dat is voor de helft rundergehakt en voor de helft varkensgehakt. Half om half, half om”, leg ik de kleine man uit. Hij knikt wijs alsof hij het begrijpt.
“Wil jij nog een plakje worst van mij?” vraagt het meisje lachend aan Ids. Ze kent hem wel en weet dat hij het graag lust. De worst wordt in ontvangst genomen en na een netjes ‘dank u wel’ van Ids gaan we naar de groenteman.

“Elstar of Golden Delicious?” is de tegenvraag van de groenteman op mijn verzoek om twee kilo appels af te wegen.
Ids staat naar de uitgestalde groenten en fruit te kijken maar houdt zijn aandacht toch goed bij het gesprek, blijkt. Voordat ik de groenteman kan antwoorden zegt Ids:
“Doet u maa' halfom.” Hij kijkt mij even aan op een manier van: ‘Heb ik dat even goed gezegd!’
De groenteman kijkt verbaasd en Ids legt met een wijs gezicht uit: Dat is half om half. Verder niet geïnteresseerd in appels draait hij zich om met zijn aandacht bij de worst.

Onderweg terug lopen we langs de kaasboer. Net buiten de winkel staat een tafeltje met een schaal vol kaasblokjes. Reclame voor een nieuwe zeer bijzondere kaas lees ik op het bordje dat er bij staat. Ik pak een stukje kaas van het bordje en Ids, die nog niet zo goed kan lezen en dus geen aandacht voor het reclame opschrift heeft, ziet mij het stukje kaas ‘pikken’.
Hij zet grote ogen en zijn mondje roept een geluidloos ‘ooohh’, zo van: Je mag niet pikken.
Ik probeer te kijken als of ik betrapt ben en maak het gebaar voor ‘Sssst’, door mijn vinger tegen mijn lippen te leggen. Vrolijk door zoveel ondeugd van mijn kant loopt hij mee, terug naar zijn ouders

We zijn netjes op tijd weer bij papa en mama op de afgesproken plek. Vader vraagt op een plaagtoontje aan Ids:
“Is Maarten lief geweest of was hij weer ondeugend?” Met één oog toegeknepen kijkt Ids nadenkend van zijn vader naar mij en weer terug en zegt dan met pretoogjes: “Halfom.”


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.