Er drijft een appeltje in de rivier.
Op zeker moment komt er een drolletje naast het appeltje drijven. Het drolletje is vrolijk en roept enthousiast: "Dag appeltje",
Het appeltje draait wat verwaand rond en zegt: "Bah, vies drolletje."
Zo drijven ze gezamelijk op de rivier met de stroom mee. Op zeker moment drijven ze vlak langs een visser in een klein roeibootje. De visser ziet het appeltje, pakt het uit het water, wrijft het op aan zijn mouw en neemt een hap.
Het drolletje drijft rustig verder en roept naar het appeltje: "Dag appeltje, tot morgen."