Dat is pas bier!
Vrijdag middag vier uur, tijd voor een biertje. Dat is zo’n beetje traditie bij ons op de zaak.
Theo is de enige die voorkeur heeft wat merk betreft, de anderen kijken naar wat het bier kost. Theo is dan ook altijd tweemaal duurder uit met ‘zijn’ merk en dat proeft hij dan ook!
Zegt hij.
Vandaag heeft Paultje bij een grootgrutter een kratje goedkoop gehaald en voor Theo een kratje duur. Het oude kratje van Theo was nog niet leeg, één flesje zat er nog in, net te kort voor als je er twee zou willen drinken. Theo zal het vergeten zijn anders was het flesje vast al leeg geweest.
Iedereen is aanwezig en iedereen heeft een biertje.
“Heerlijk”, zegt Theo nog eens nasmakkend, “dat is pas bier!”
Toen Paul nog maar kort aan de zaak was heeft al eens verteld dat hij het allemaal maar onzin vind wat Theo beweert. Hij was toen nog wat verlegen. Nu niet meer.
Nadat ieder zijn biertje op heeft ‘moet’ Theo even. Paultje pakt het lege flesje van Theo van tafel en pakt dan een nieuw ‘goedkoop’ biertje en begint de inhoud voorzichtig over te gieten in het lege bierflesje van Theo, drukt de juiste ‘dure’ dop er op en zet het flesje terug in het kratje. Daarna pakt hij een nieuw flesje uit het kratje van Theo, ontdopt het en zet het op tafel bij de stoel van Theo.
Daarna pakt hij voor een ieder nog een flesje uit het andere ‘goedkope’ krat en deelt ze rond.
We zitten er een beetje afwachtend bij, bekijken alle handeling van Paultje met belangstelling en vragen ons af , hoewel we wel een vermoeden hebben, wat die knaap nu weer uitspookt.
Na terugkomst neemt Theo een slok, kijkt rond en gaat zitten om zijn laatste werkorder in te vullen. Iedereen let op Theo, ze zijn een beetje stiller, er hangt iets van een gespannen ontspannen sfeertje in de kantine. Er wordt gekletst in een wat afwachtende stemming.
Theo kijkt even richting kratje, fronst, zet zijn flesje op tafel: “En jullie denken dat ik het niet door heb?, ik proef heus wel dat dit dat goedkope spul is wat jullie bier noemen. Als je nog eens bier in een flesje overgiet, tel dan ook de flesjes in het krat. Daar kijken jullie van op hé dat ik het door heb, nou, Theo is niet gek onthoudt dat maar.”
Hij staat op en gooit het flesje leeg in de gootsteen, geeft het lege flesje aan Paul en eist een nieuw ‘echt’ flesje.
Paul pakt het flesje met ‘verse’ inhoud uit het kratje, ontdopt het flesje en geeft het aan Theo. Hij staat onderwijl luidop pratend te ontkennen dat hij bier heeft overgegoten in het ‘dure’ flesje wat Theo net heeft leeg gegoten in de gootsteen. Dit hardop praten is om te verhullen dat er geen gesis klinkt bij het ontdoppen.
Theo neemt een ferme slok, laat een luid uitademend ‘Eeehhh, wat lekker’, horen en zegt: “Kijk, dat is nou bier, dat proefje meteen."
Paultje grijnst van oor tot oor en zegt: “Ja, dat is pas bier, hé Theo."