Gras en maandverband
In de straat is een winkeltje, een ouderwets winkeltje. Je kunt er levensmiddelen kopen maar ook schroevendraaiers, vlinderstruiken en, ach, verzin het maar: het is er. De eigenaar is al wat ouder en van een uitstervend soort, een man die met hart en ziel leeft voor zijn winkel. In de hoop op een opvolger voor hem in zijn winkel heeft hij een neefje in de zaak genomen, de zoon van zijn broer. Zelf hebben hij en zijn vrouw geen kinderen. Te weinig tijd gehad denk ik, of te moe.
Het is een knul van vijftien, Sjaak heet hij. Een slungelig lang en mager lijf dat hij geen houding weet te geven. Een vriendelijk gezicht, compleet met jeugdpuistjes, wordt bekroond met een pol onwillig stug piekhaar, dat alleen nat of met een pot brylcream in model blijft zitten. Zodra het weer droog is lijkt het meer op een ragebol. Sjaak was al een beetje bekend in de winkel bij zijn oom; nu krijgt hij een rondleiding met de nodige uitleg over het hoe en wat. Sjaak, niet de snelste maar beslist niet dom, heeft interesse en is best wel enthousiast over zijn nieuwe baan.
“Als er een klant komt moet je goed opletten, ik zal jou dan voordoen hoe je een klant netjes helpt”, vertelt oom als de ‘rondleiding’ klaar is.
“De volgende klant mag jij dan bedienen, goed?” De knaap knikt ‘ja’ en is zichtbaar een beetje nerveus want nu is het ‘echt’ en niet spelen zo hij als kind bij oom gewend was.
De deur gaat open, het deurbelletje knerpt schor. Een man komt binnen. De winkelier staat achter de toonbank, wenst de man een 'g'n dag' en vraagt waarmee hij hem van dienst kan zijn.
“Heeft u voor mij een zakje graszaad?”
“Natuurlijk”, antwoordt de winkelier. Hij bukt zich en haalt een doos met zakjes zaad te voorschijn van onder de toonbank. Na een kort praatje over wat voor soort gras heeft de man besloten en staat klaar om te betalen.
“Wilt u er een grasmaaier bij?”, vervolgd oom.
“Een grasmaaier?” zegt de man verbaasd.
“Jazeker, want gras groeit snel en dat zal dan gemaaid moeten worden.” Na een korte aarzeling besluit de man het advies op te volgen en even later verlaat hij tevreden de winkel.
“Zie je Sjaak, zo moet dat, de klant vraagt ergens om en jij denkt dan al vooruit of je nog wat kan verkopen. Als er schroeven gevraagd worden begin jij over pluggen, wordt er een vlinderstruik gevraagd begin jij over mest, snap je?”
De deurbel knerpt weer schor, er komt weer een man binnen:
“Goedemiddag meneer, waarmee kan ik u van dienst zijn op deze mooie dag”, verwelkomt Sjaak, die nu achter de toonbank staat, de man.
“Eh…nou…, een pak maandverband alstublieft”, stamelt de man zachtjes en verlegen. Sjaak, helemaal bij de tijd zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is bij de jeugd, is duidelijk in zijn sas met zo een klant en herhaalt even luidop de bestelling. De man kijkt ietwat schichtig om zich heen, duidelijk niet op zijn gemak met deze boodschap. Met een plof legt Sjaak het gevraagde op de toonbank.
“Alstublieft meneer, uw maandverband, wilt u er een grasmaaier bij?”
Stomverbaasd staat de klant met open mond, niet begrijpend naar het joch te kijken.
“Een grasmaaier?”, stamelt hij, “wat moet ik met een grasmaaier?”
“Nou, als uw vrouw ongesteld is”, vervolgd de knul, “dan valt er toch niets te rotzooien, dan kunt u net zo goed het gras gaan maaien.”
Reactie plaatsen
Reacties