Mijn moeder woonde, en werd er ook geboren, in een groot herenhuis in Rotterdam.
Dat huis was zo groot dat er, behalve mijn moeder met haar va en moeke ook een tante en een oom in woonden samen met hun kinderen
. Het was best gezellig heb ik gehoord. Er werd veel samen gedaan door de drie families zoals de was, de schoonmaak en het onderhoud aan het pand. Een kinderoppas was goed te regelen.

De kinderen, dertien in totaal, hadden de grote tuin tot hun domein gemaakt waar gespeeld en gevoetbald werd.
Het was, begreep ik uit de verhalen, een fijne tijd voor mijn moeder en de andere kinderen die in het grote huis woonden.
Een van die kinderen was 'Oom Wim', een jaar jonger dan mijn moeder. Oom Wim was een broertje van mijn oma, de moeder van mijn moeder, een nakomertje zo dat heet.

Oom Wim was een beetje 'anders', oom Wim zag in alles wel iets waarmee hij geld kon verdienen en dat ook regelmatig deed.
Dat het niet altijd goed ging wist iedereen wel. Vaak was oom Wim 'even op reis'.
Oom Wim had een strafblad.

Toen hij vijfentwintig was is hij ietwat haastig geëmigreerd naar Canada alwaar hij al snel een handeltje wist te beginnen in specerijen en kruiden.
De zaken gingen goed en oom Wim moest al snel 'groter'.
Na een vier jaar had hij twee man in dienst, elk met een auto, om her en der zijn waren aan de man te brengen wat onder zijn leiding, wonderwel, zeer goed ging. Hij trouwde ' tante Jenny' en zij kregen twee kinderen, Anne en Sonny ( John eigenlijk )

Vanaf die tijd stuurde hij elk jaar tegen de kerst een doos met allerhande kruiden en specerijen naar het grote huis in Rotterdam, met een brief er bij hoe en waarbij de kruiden te gebruiken.
Er werd dankbaar gebruik gemaakt van al deze waren. In de soep, de rijst, en wat meer werden de specerijen en kruiden gebruikt.
Het lekkerste vlees kwam op tafel, dankzij  Oom Wim.

Dat ging een aantal jaren zo door en iedereen rekende er eigenlijk al op dat voor de kerst er een pakje zou worden gebracht door de postbode.

Tot een zeker jaar.

Ja, het pakje kwam wel maar dan veel kleiner en met slechts één potje, en deze keer zonder brief.
Er zat wel een poeder in dat potje dat nergens naar rook en ook smaakte ook naar niets. Het werd gebruikt op het vlees, in de soep maar, nee, het smaakte echt naar niets.

Toen het potje half leeg was werd het op de schoorsteenmantel gezet bij tante Zus, de oudste zus van oom Wim, wellicht dat er toch nog bericht zou komen uit Canada met een schrijven waarin zou staan hoe en waarin het kruid  gebruikt zou moeten worden.

In die dagen was het gewoon dat dingen die de zelfde dag werden verzonden  niet gelijktijdig bij de geadresseerde bezorgd werden.

Er kwam een schrijven. Een dikke enveloppe met de zelfde verzenddatum als die op het potje stond. De brief was verzonden door een notaris uit Toronto, Ontario, Canada.

Oom Wim was overleden.

Zijn laatste wens was dat zijn as, na de crematie, werd opgestuurd naar Nederland, om in Rotterdam, in de grote tuin waar hij vroeger zo heerlijk gespeeld had, uitgestrooid te worden....

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.