In de wolken.
Mijn hulpje Paultje heeft het ergens, tussen vrijdag en maandag, opgelopen. Voor die tijd zat hij nog regelmatig, zeker eens per half uur, met zijn spelcomputer te spelen, heel rustig, op zo nu en dan een mopper en foeter, ik druk mij even netjes uit, uitbarsting na.
Bij de eerste tekenen van zijn kwaal voelde ik al nattigheid, letterlijk.
We waren bij een lekkage, ‘water uit het plafond in het toilet beneden’ was de klacht, bij een wat ouder echtpaar. Zoiets kan van alles zijn zo als bekend is. Het riool dat lekt of de waterleiding en zelfs, wat ik wel eens heb meegemaakt, een klein kind dat naast de pot had gepiest.
De koker in de hoek van het toilet beneden weggehaald, de toiletpot boven weggehaald en de vloer open gebroken. Voor de zekerheid heeft Paultje ook het luikje bij de voordeur uit voorzorg open gemaakt, want stel dat we de hoofdkraan in de waterleiding van het huis snel nodig mochten hebben, dan hoef je niet te zoeken.
Tot ergernis van mijn kant gebruikte Paultje vaak maar een hand. Nu loopt hij al vaak met zijn telefoon aan zijn oor, maar deze dag moest hij wel erg veel telefoneren.
Het was de lodenwaterleiding die lekte, daar moest dus een nieuw stuk tussen gezet worden.
Paultje draaide, op mijn verzoek, de afsluiter beneden dicht waarop ik een stukje tussen de waterleiding uit zaagde en de twee uiteinden van een tromp voorzag besloot ik om maar gelijk een afsluiter bij te plaatsen, want dan kan de bovenverdieping apart van de beneden woning zonder water gezet worden. Ik riep door het gat waar eerst een koker zat naar beneden of Paultje naar de auto wilde lopen om een afsluiter te pakken.
Er klonk wat gestommel van beneden, het geluid van een deur die open of dicht gaat waarna direct de waterleiding begon te spuiten. “KRAAN DICHT” gilde ik naar beneden ondertussen mijn hand op de waterleiding houdend om het water te stoppen, wat niet lukte want drie bar waterdruk, daar doe je niets tegen.
“KRAAN DICHT “ gilde ik in paniekstemming, maar het water bleef komen. Snel en drijfnat sprintte ik, voor zover dat je kan sprinten met een nieuwe heup van drie maanden oud, naar beneden om de afsluiter te sluiten.
Paultje zag ik echter niet maar hoorde hem wel. Buiten. Kwaad stapte ik ook naar buiten waar het ventje op het gemak met de telefoon aan zijn oor staat te praten. Bij het zien van mijn natte verschijning mompelde hij iets van: ‘Ik bel je zo terug’ en stopte de telefoon in zijn zak. “Ik had binnen bijna geen ontvangst” excuseerde hij zich met een rood hoofd onderwijl mijn natte verschijning monsterend.
Zijn excuus tegen mij was dat hij ‘dacht’ dat ik zei “draai de afsluiter maar open”
in plaats van ‘Wil je even voor een afsluiter naar de auto lopen’.
Dat het kereltje even door mij werd uitgefoeterd (oeijoei) hoeft niet vermeld te worden.
De rest van de week verliep rustig maar Paultje was nogal ehh...‘afwezig’. Hij belde bij het verkeerde huis aan, liep de verkeerde groothandel binnen, hoorde soms niet dat er tegen hem gesproken werd. Hij had zelfs geen honger, terwijl tien boterhammetjes toch heel normaal zijn. En hij had een blik in zijn ogen die vertelde dat hij met zijn gedachten heel ergens anders was.
Dan heb ik het nog niet over die verhipte telefoon van hem, die wel aan zijn oor geplakt leek te zitten.
Op mijn vraag waar zijn spelcomputer was antwoordde hij dat hij die aan zijn broertje had gegeven “Ik vond er niets meer aan” verklaarde hij.
Raar vond ik dat, iets waaraan je zo verknocht bent zomaar weg doen, heel verdacht!
Vrijdag kwam Paultje naar mij toe en kreeg ik een foto onder mijn neus van iemand in spijkerbroek, een kort jasje en kort, donker haar.
‘Gut’ was mijn eerste gedachte ‘hij is homo, hij heeft een vriend’. Nadere beschouwing van de foto leerde echter dat indien ‘hij’ geen twee duiven onder 'zijn' blouse had gestopt, ‘hij’ best wel eens een ‘zij’ zou kunnen zijn.
“Fiona heet ze” vertelde Paul desgevraagd met een zucht en een gelukzalige uitdrukking op zijn gezicht.
Mijn vermoeden werd bewaarheid: Paultje is op een zaterdagavond besmet geraakt met een vleugje liefde, wat een hevige verliefdheid teweeg heeft gebracht waardoor hij niet meer normaal kan functioneren. Het is gelukkig niet besmettelijk.
Ik hoop voor mij dat het gauw over gaat.
Hij was al groot, maar nu hij met zijn hoofd in de wolken loopt is er met die gozer geen land te bezeilen.
Vrouwen ook altijd.
Reactie plaatsen
Reacties
Heel leuk om te lezen Maarten.
Een natte kwaal.